Uitspraak: | ['numeɾo] |
número 9 - getal 9 |
Un gran número de personas llegó al lugar. - Een grote hoeveelheid mensen kwam in de plaats aan. |
Es el número 5 en la lista de promedios. - Hij staat op de 5e plaats op de lijst van gemiddelden. |
El nuevo número es mejor que el anterior. - De nieuwe uitgave is beter dan de vorige. |
Necesitamos tubos número tres. - We hebben leidingen van nummer 3 nodig. |
número musical - muzikale act |