Vertalingen novicio ES>NL
el/la novicio, -cia
zelfst.naamw.
1) persona que se inicia en los hábitos religiosos religie -
novice | joven novicia - jonge novice |
2) persona que es principiante en una situación o actividad -
beginneling | Todavía es un novicio para las finanzas - Hij is nog maar een beginneling voor de financiën. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| el novicio (m) | melkmuil ; vlasbaard |
Bron: Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `novicio`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: bisoñaES: bisoñoES: debutanteES: novataES: novatoES: noviciaES: principiante
