Vertalingen niña ES>NL
la niña (v) | lieve (znw.) ; de zuigeling (m) ; het wiegenkind ; het wichtje ; het wicht ; pasgeborene (m) ; nieuwgeborene (m) ; de mejuffrouw (v) ; het meisje ; het meidje ; de meid (v) ; de kleine ; jonge dame (znw.) ; het grietje ; de griet (v) ; geborene (m) ; het deerntje ; de boreling (m) ; beminde (znw.) ; de baby (m) |
niña | mesjesachtig |
Bronnen: interglot; Wikipedia; f; Engoi Woordenschatoefeningen
Voorbeeldzinnen met `niña`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: bebaES: cejaES: chavalaES: chicaES: chiquillaES: córneaES: criaturaES: globo del ojoES: irisES: muchacha