Vertalingen montón ES>NL
el montón
zelfst.naamw.
1) conjunto de cosas apiladas una encima de la otra, sin orden -
stapel montón de papeles - stapel papieren |
2) cantidad considerable pero imprecisa de algo -
hoop montón de dinero - hoop geld |
ser uno del montón (=ser una persona cualquiera, sin importancia) - een van de velen zijn
un empleado del montón - een werknemer als een van de velen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el montón (m) | de mengelmoes ; de verzameling (v) ; het stel ; de stapeling (v) ; de selectie (v) ; de scheplepel (m) ; het samenraapsel ; de samenkomst (v) ; de overvloed (m) ; het oploopje ; de mikmak (m) ; de mensenmassa ; de menigte (m) ; de massa ; de knoert (m) ; de kluit (m) ; de kanjer (m) ; de joekel (m) ; grote hoeveelheid (znw.) ; de drom (m) ; de berg (m) ; het allegaartje ; aardig wat (znw.) |
montón | hoop ; stapel ; muurrail |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `montón`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abundanciaES: acopioES: amontonamientoES: cantidadES: conjuntoES: cúmuloES: grupoES: hacinaES: hacinamientoES: hatajo