Vertalingen juguetear ES>NL
juguetear (ww.) | dollen (ww.) ; ravotten (ww.) ; robbedoezen (ww.) ; ronddartelen (ww.) ; stoeien (ww.) ; wild rennen (ww.) ; wild spelen (ww.) ; zich uitleven (ww.) |
juguetear | friemelen |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `juguetear`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: corretearES: desfogarseES: divertirse jugandoES: estar alborozadoES: retozarES: travesear