Vertalingen jaleo ES>NL
el jaleo
zelfst.naamw.
1) alboroto de gente reunida que festeja o pelea -
herrie armar jaleo - herrie schoppen |
2) asunto confuso y problemático -
gedoe Estoy cansado de este jaleo de la herencia. - Ik ben moe van dat gedoe over de erfenis. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el jaleo (m) | het gezeur ; de toevloed (m) ; de toeloop (m) ; de soesa (m) ; het rumoer ; rommelig gedoe (znw.) ; de overlast (m) ; de omhaal (m) ; de moeite (v) ; de last (m) ; de hinder (m) ; het gezanik ; het getob ; de geluid (m) ; het geharrewar ; het gedrang ; het gedram ; het gedoe ; de drukte (v) |
jaleo | de herrie (v) ; de ophef (m) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `jaleo`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: absorbimientoES: ajetreoES: alborotoES: apreturasES: ballangaES: barulloES: cargaES: cargamentoES: cavilacionesES: complicaciones