Vertalingen isla ES>NL
la isla
zelfst.naamw.
1) porción de tierra rodeada por agua -
eiland | Gran Bretaña es una isla. - Groot-Brittannië is een eiland. |
2) zona diferenciada claramente del espacio que la rodea -
groep | Había una isla de gente en la enorme plaza vacía. - Er was een eiland met mensen op het enorme lege plein. |
3) espacio edificado o por edificar rodeado de calles -
complex | una isla de edificios - een complex van gebouwen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| la isla (v) | het eiland ; de pechstrook ; verkeersheuvel (znw.) ; de vluchtheuvel (m) ; de vluchtstrook |
| isla | eiland ; eiland van Reil ; lobus centralis ; verkeersheuvel met halte ; vluchtheuvel met halte |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `isla`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: isletaES: isloteES: loma artificialES: refugio
