zelfst.naamw.
| Lucía un vestido sin hombros. - Ze droeg een jurk zonder schouders. |
 arrimar el hombro
(=ayudar a alguien en alguna tarea) - zijn schouders zetten onder
Si todos arrimamos el hombro terminaremos antes. - Als we allemaal onze schouders eronder zetten, zullen we eerder klaar zijn.
|
| encogerse de hombros
(=levantar los hombros expresando indiferencia o extrañeza) - de schouders ophalen
Cuando le pregunté acerca de su trabajo se encogió de hombros. - Toen ik hem vroeg over zijn werk, haalde hij zijn schouders op.
|
| hombro con hombro
(=se utiliza para expresar que algo se hace uniendo esfuerzos entre las personas que participan) - schouder aan schouder
Lucharon hombro con hombro para salir de la crisis económica. - Ze vochten schouder aan schouder om de economische crisis te boven te komen.
|
| mirar por encima del hombro
(=menoscabar a otra persona) - neerkijken
Desde que la ascendieron nos mira por encima del hombro. - Sinds hij promotie heeft gemaakt, kijkt hij op ons neer.
|
Voorbeeldzinnen laden....