Vertaal
Vertalingen hacer rumbo a ES>NL
hacer rumbo a (ww.) aanhouden op (ww.) ; aansturen (ww.) ; aansturen op (ww.) ; afstevenen op (ww.) ; afstomen op (ww.) ; afvaren op (ww.) ; stevenen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `hacer rumbo a`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: dirigirse a
ES: dirigirse directamente a
ES: encaminarse a
ES: navegar
ES: navegar por
ES: poner proa a
ES: tener el ojo puesto en