Vertalingen facturación ES>NL
la facturación
zelfst.naamw.
1) acción y resultado de entregar y registrar equipajes o mercancías -
inchecken | la facturación de las maletas en el aeropuerto - het inchecken van de bagage op de luchthaven |
2) extender una factura commercie -
opmaken van de rekening | Le facturaron sus compras - Er werd een rekening opgemaakt van zijn boodschappen |
3) cantidad de dinero que suman todas las facturas emitidas por una empresa en un determinado periodo commercie -
omzet | La facturación semanal dio un saldo positivo. - De wekelijkse omzet gaf een positief saldo. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| la facturación | de omzet |
| facturación | de rekening opmaken ; facturatie ; facturering ; in rekening brengen ; inchecken |
Bronnen: Engoi Woordenschatoefeningen; Download IATE, European Union, 2017.; cibg.beVoorbeeldzinnen met `facturación`
Voorbeeldzinnen laden....
