extranjero - Vertaling Spaans-Nederlands

Vertalingen extranjero ES>NL

I extranjero, -ra

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ekstɾan'x eɾo, -ɾa]

que es de un país distinto al del que habla - buitenlands

mujer extranjera - buitenlandse vrouw

zelfst.naamw.

1) persona que es de un país distinto al del que habla - buitenlander , buitenlandse

Bueno Aires cuenta con muchos atractivos para los extranjeros. - Buenos Aires heeft veel attracties voor buitenlanders.

2) país distinto al de la persona que habla - buitenland

vivir en el extranjero - in het buitenland wonen

Overige bronnen

extranjero (znw.)	het buitenland ; eigenaardig land (znw.) ; de onbekende ; vreemd land (znw.) ; de vreemde
el extranjero (m)	de buitenlander (m) ; de buitenlandse (v) ; de vreemdeling (m) ; de vreemdelinge (v)
extranjero	apart ; buitenlands ; buitenslands ; excentriek ; allochtoon ; vreemdeling

Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `extranjero`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

ES: aparte
ES: asombroso
ES: bicho raro
ES: curioso
ES: del extranjero
ES: desconocido
ES: diferente
ES: especial
ES: específico
ES: exótico