Vertaal
Naar andere talen: • exportar > DEexportar > ENexportar > FR
Vertalingen exportar ES>NL

exportar

werkw.
Uitspraak:  [okspoɾ'taɾ]

1) vender o enviar productos a un país extranjero economie - exporteren
Los agricultores exportaron su producción anual completa. - De landbouwers exporteerden hun volledige jaarlijkse productie.

2) enviar datos de un programa de informática a otro computers - exporteren
exportar archivos - bestanden exporteren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
exportar (ww.) exporteren (ww.) ; uitvoeren (ww.)
exportar uitvoer
Bronnen: interglot; Omegawiki.org

Voorbeeldzinnen met `exportar`
Voorbeeldzinnen laden....