Vertaal
Naar andere talen: • etiquetar > DEetiquetar > ENetiquetar > FR
Vertalingen etiquetar ES>NL

etiquetar

werkw.
Uitspraak:  [etike'taɾ]

1) adherir un trozo de papel a una cosa para dar información sobre ella - etiketteren
Etiquetó las prendas nuevas del negocio. - Hij heeft de nieuwe jurken in de winkel van etiketten voorzien.

2) poner calificativos a alguien o a algo - bestempelen
La mujer etiquetó al hombre como cobarde. - De vrouw bestempelde de man als een lafaard.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
etiquetar (ww.) etiketteren (ww.) ; van etiket voorzien (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `etiquetar`
Voorbeeldzinnen laden....