Vertalingen etiquetar ES>NL
etiquetar
werkw.
1) adherir un trozo de papel a una cosa para dar información sobre ella -
etiketteren Etiquetó las prendas nuevas del negocio. - Hij heeft de nieuwe jurken in de winkel van etiketten voorzien. |
2) poner calificativos a alguien o a algo -
bestempelen La mujer etiquetó al hombre como cobarde. - De vrouw bestempelde de man als een lafaard. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
etiquetar (ww.) | etiketteren (ww.) ; van etiket voorzien (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `etiquetar`

Voorbeeldzinnen laden....