zelfst.naamw. (neuter)
Retomemos eso de que hablamos la vez pasada. - Laten we terugkomen op datgene we vorige keer besproken hebben. |
a eso de (=en un tiempo aproximado) - ongeveer
Llegan de Bruselas a eso de las tres. - Ze komen rond drie uur aan vanuit Brussel.
|
en eso (=en el momento inmediato posterior) - meteen daarna
Comíamos, en eso nos trajeron la noticia. - We waren aan het eten en meteen daarna kwamen ze met het nieuws.
|
por eso (=introduce una oración en la que se da una consecuencia de lo expresado anteriormente) - daarom
Por eso debemos mantenernos unidos. - Daarom moeten we verenigd blijven.
|
y eso que (=se usa para expresar que lo dicho anteriormente resulta sorprendente) - en dat terwijl
Le siguen dando dinero y eso que saben que lo gasta en drogas. - Ze blijven hem geld geven en dat terwijl ze weten dat hij het uitgeeft aan drugs.
|