Vertalingen envejecimiento ES>NL
el envejecimiento
zelfst.naamw.
1) proceso biológico de cambio en un organismo vivo producido por el paso del tiempo -
veroudering Sufrió un envejecimiento prematuro. - Hij had last van een vroegtijdige veroudering. |
2) alteración de las cualidades de algo por el paso del tiempo -
achteruitgang El envejecimiento de las cañerías dañó las paredes. - De achteruitgang van de leiding heeft de muren beschadigd. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el envejecimiento (m) | de vergrijzing (v) ; de veroudering (v) |
envejecimiento | aging ; burn in ; economische veroudering ; functieverlies ; inbranden ; oud worden ; ouder worden ; ouder worden, rijpen ; rijping ; rijping van wijn ; verouderen ; veroudering ; waardedaling door veroudering |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `envejecimiento`

Voorbeeldzinnen laden....