Vertalingen emborrachar ES>NL
I emborrachar
werkw.
1) poner en estado de ebriedad -
dronken maken emborrachar a un amigo - een vriend dronken maken |
2) mojar en gran medida una cosa -
nat maken emborrachar un mechero - een aansteker nat maken |
II emborracharse
werkw.
Uitspraak: | [embora'ʧaɾse] |
1) ponerse ebrio -
zich bedrinken , dronken worden Me emborraché en el bar. - Ik heb me in de bar bedronken. |
2) adquirir un estado de adormecimiento -
duizelig worden emborracharse de placer - duizelig worden van genot |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
emborrachar (ww.) | dronken maken (ww.) ; vergiftigen (ww.) |
Bronnen: interglot; WikipediaVoorbeeldzinnen met `emborrachar`

Voorbeeldzinnen laden....