Vertalingen eclesiástico ES>NL
I eclesiástico, -ca
bijv.naamw.
Uitspraak: | [ekle'sjastiko, -ka] |
relativo a la Iglesia -
kerkelijk una reforma eclesiástica - een kerkelijke hervorming |
II el eclesiástico
zelfst.naamw.
hombre que ha recibido las órdenes sagradas de la religión cristiana -
geestelijke El eclesiástico de la parroquia es muy bondadoso. - De geestelijke van de parrochie is heel goedaardig. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
eclesiástico (znw.) | de broeder (m) ; geestelijk herder (znw.) ; de herder (m) ; de hoeder (m) ; de pastoor (m) ; de zielzorger (m) |
eclesiástico | geestelijk ; geestelijke ; gelovig ; godvruchtig ; kerkelijk ; ecclesiastisch |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `eclesiástico`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: canónigoES: capellánES: clericalES: clérigoES: curaES: cura castrenseES: fraileES: ministroES: misioneroES: monje