Vertalingen disgustar ES>NL
I disgustar
werkw.
provocar enojo -
irriteren Su mal humor disgustó a los presentes. - Zijn slechte humeur heeft de aanwezigen geïrriteerd. |
II disgustarse
werkw.
Uitspraak: | [disγus'taɾse] |
enfadarse o enemistarse con alguien -
geïrriteerd raken Mamá se disgustó por tu contestación. - Mamma raakte geïrriteerd geraakt door zijn antwoord. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
disgustar | niet houden van |
Bron: Engoi WoordenschatoefeningenVoorbeeldzinnen met `disgustar`

Voorbeeldzinnen laden....