1. MWB
  2. Vertalen
  3. costura (ES>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • costura > DE • costura > EN • costura > FR
Vertalingen costura ES>NL

la costura

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [kos'tuɾa]

1) acción y efecto de coser - naaien
Debemos terminar hoy con la costura. - We moeten het naaien vandaag afmaken.

2) labor que se está cosiendo y aún no se termina notPredefined" freeValue="textile - naaiwerk
Guarda la costura en su canasto. - Ze bewaart het naaiwerk in haar mand.

3) hilván que une dos piezas - naad
La costura de la manga de la camisa se ha descosido. - De naad van de mouw van het hemd is los.
uitdrukking alta costura

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
la costura (v) de naad (m) ; de voeg ; de zoom (m)
costura barst ; dikke vormnaad ; naad ; naaiwerk ; scheur ; splits
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `costura`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acoplamiento
ES: ensambladura
ES: intersticio
ES: junta
ES: juntura
ES: pespunte
ES: puntada
ES: ranura
ES: soldadura