Vertaal
Naar andere talen: • congelar > DEcongelar > ENcongelar > FR
Vertalingen congelar ES>NL

I congelar

werkw.
Uitspraak:  [konxe'laɾ]

1) hacer que un líquido pase a estado sólido sometiéndolo a bajas temperaturas - bevriezen
Congeló la bebida para hacer granizado. - Hij bevroor de drank om schaafijs te maken.

2) someter alimentos a baja temperatura para conservarlos en buen estado - invriezen
Congeló la carne para conservarla por unos días más. - Hij vroor het vlees in om het enige dagen langer te bewaren.

3) dañar tejidos orgánicos debido al frío medisch - doen bevriezen
Las bajas temperaturas congelaron los dedos del andinista. - Door de lage temperaturen raakten de vingers van de bergbeklimmer bevroren.

4) declarar inamovibles precios, sueldos o créditos economie - bevriezen
El gobierno anunció que congelarán los precios. - De regering heeft aangekondigd dat de prijzen zullen worden bevroren.


II congelarse

werkw.
Uitspraak:  [konxe'laɾse]

1) pasar un líquido a estar sólido a causa de la baja temperatura - bevriezen
El agua del estanque se congeló. - Het water van de vijver is bevroren.

2) pasar un alimento u otra sustancia a estar muy endurecido a causa de la baja temperatura - bevriezen
La carne ya se ha congelado. - Het vlees is al bevroren.

3) pasar alguien mucho frío - verkleumen
Se congeló en la puerta del negocio esperando a su madre. - Hij stond te verkleumen bij de ingang van de winkel terwijl hij op zijn moeder wachtte.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
congelar (ww.) invriezen (ww.) ; laten bevriezen (ww.)
congelar bevriezen ; blokkeren ; vriezen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `congelar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: helar