Vertalingen bombardear ES>NL
bombardear
werkw.
1) disparar o arrojar proyectiles explosivos defensie -
beschieten Los soldados bombardearon la ciudad. - De soldaten beschoten de stad. |
2) hostigar con algo -
bombarderen Bombardeó al acusado con preguntas. - Hij bombardeerde de verdachte met vragen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bombardear (ww.) | beschieten (ww.) ; bestoken (ww.) ; bombarderen (ww.) ; inpepering (ww.) ; inwrijving (ww.) ; vanuit de lucht beschieten (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bombardear`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: ametrallarES: cañonearES: cantarle la cartilla a alguien