Vertalingen bocado ES>NL
el bocado
zelfst.naamw.
1) porción de comida que corresponde a un mordida -
hap | Con cada bocado mi hambre disminuía. - Met iedere hap werd mijn honger minder. |
2) porción pequeña de comida -
hapje | Quedó un bocado en el plato. - Er bleef nog een hapje over op het bord. |
 bocado de Adán
(=nuez de la garganta) - adamsappel
Presionó sobre el bocado de Adán. - Hij drukte op de adamsappel.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| el bocado (m) | het bit ; de hap (m) ; het hapje ; de mondvol (m) ; de snack (m) ; het tussendoortje ; de versnapering (v) |
| bocado | bit ; gebit ; hapgrootte |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bocado`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: mordiscoES: pedazoES: tapaES: trozo
