Vertalingen azucarar ES>NL
azucarar
werkw.
1) bañar o cubrir con azúcar -
met suiker bestrooien azucarar el molde - de bakvorm met suiker bestrooien |
2) endulzar, poner azúcar -
suikeren azucarar la macedonia - de fruitsalade suikeren |
3) hacer agradable, suave o dulce algo difícil -
verzachten azucarar el trato con los niños - de omgang met de kinderen verzachten |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
azucarar (ww.) | besuikeren (ww.) ; insuikeren (ww.) ; met suiker doordrenken (ww.) ; zoeten (ww.) ; zoetmaken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `azucarar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: endulzar