Vertaal
Naar andere talen: • asimilar > DEasimilar > ENasimilar > FR
Vertalingen asimilar ES>NL

I asimilar

werkw.
Uitspraak:  [asimiˈlaɾ]

1) comprender algo y hacerlo propio - opnemen
asimilar nuevos conocimientos - nieuwe kennis opnemen

2) incorporar sustancias al organismo biologie - opnemen en verwerken
asimilar los alimentos - de voeding opnemen en verwerken

3) comparar, considerar dos cosas semejantes o parecidas - vergelijken
El turista asimila los paisajes a su tierra natal. - De toerist vergelijkt de landschappen met zijn geboorteland.


II asimilarse

werkw.

1) volverse parte de algo - zich aanpassen
asimilarse culturalmente - zich cultureel aanpassen

2) asemejarse o parecerse a alguien o algo - gelijken
Los hijos se asimilan a sus padres. - Kinderen gelijken op hun ouders.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
asimilar (ww.) assimileren (ww.)
asimilar opnemen ; zich eigen maken
Bronnen: interglot; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `asimilar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: absorber
ES: integrar