Vertaal
Naar andere talen: • apañar > DEapañar > ENapañar > FR
Vertalingen apañar ES>NL
apañar (ww.) dokteren (ww.) ; opkalefateren (ww.) ; opknappen (ww.) ; oplappen (ww.) ; opvijzelen (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `apañar`
Voorbeeldzinnen laden....