Vertaal
Naar andere talen: • anclar > DEanclar > ENanclar > FR
Vertalingen anclar ES>NL

I anclar

werkw.
Uitspraak:  [anˈklaɾ]

sujetar la nave al fondo del mar o de un río con un ancla scheepvaart - voor anker gaan
Anclaron el yate cerca de la bahía. - De jachtboot ging dicht bij de baai voor anker.


II anclar

werkw.

sujetar firmemente algo al suelo o a otra cosa - ankeren
Ancló con amarras el carro al poste. - Hij ankerde de kar met kabels aan de paal.


III anclarse

werkw.
Uitspraak:  [anˈklaɾse]

aferrarse, mantener con fuerza una idea o actitud - zich vastbijten
Se ancló en el pasado. - Hij beet zich vast in het verleden.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
anclar (ww.) ankeren (ww.) ; verankeren (ww.)
anclar het anker uitwerpen ; voor anker gaan
Bronnen: interglot; Diving dictionary


Voorbeeldzinnen met `anclar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: amarrar
ES: atar
ES: dar fondo
ES: echar anclas
ES: fondear