Vertalingen vapor ES>NL
I el vapor
zelfst.naamw.
1) estado gaseoso que adoptan los fluidos por acción del calor -
damp Abrió la ducha y el baño se llenó de vapor. - Hij deed de douchekraan open en de badkamer vulde zich met damp. |
2) embarcación que se mueve mediante una máquina a vapor -
stoomboot Tomó un vapor para llegar hasta la isla. - Hij nam een stoomboot om het eiland te bereiken. |
al vapor (=método usado para cocer alimentos por medio de vapor) - stomen
Preparó unos vegetales al vapor. - Hij maakte wat gestoomde groenten klaar.
|
II el vapores
zelfst.naamw.
sustancia gaseosa que desprende un cuerpo -
uitwaseming vapores de mercurio - uitwaseming van kwik |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el vapor (m) | de damp (m) ; de stoom (m) ; het stoomschip ; de uitwaseming (v) ; de wasem (m) ; zichtbare damp (znw.) |
vapor | damp ; stoomboot ; stoomschip |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `vapor`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: barcaES: barcazaES: barquitoES: boteES: buquéES: lanchaES: vaho