Vertalingen vajilla ES>NL
la vajilla
zelfst.naamw.
conjunto de utensilios que conforman el servicio de mesa -
serviesgoed La cena se sirvió en vajilla de porcelana. - Het diner werd in porseleinen serviesgoed geserveerd. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la vajilla (v) | de afwas (m) ; de vaat ; het vaatwerk |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `vajilla`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: cacharrosES: lozaES: platitosES: platos