Vertaal
Naar andere talen: • tutear > DEtutear > ENtutear > FR
Vertalingen tutear ES>NL

tutear

werkw.
Uitspraak:  [tu'teaɾ]

dirigirse a una persona usando los pronombres "tú" o "vos" y los verbos conjugados en segunda persona del singular - tutoyeren
Tuteaba al profesor y a sus compañeros les parecía una falta de respeto. - Hij tutoyeerde de leraar en zijn klasgenoten vonden dat een gebrek aan respect.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
tutear (ww.) jij zeggen (ww.) ; jijen (ww.) ; tutoyeren (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `tutear`
Voorbeeldzinnen laden....