Vertalingen riña ES>NL
la riña (v) | het handgemeen ; twist ; de trammelant (m) ; schermutselingen (p) ; de schermutseling (v) ; de scheldpartij (v) ; de ruzie (v) ; de onenigheid (v) ; de narigheid (v) ; het krakeel ; de heisa (m) ; het dispuut ; het geruzie ; het gelazer ; het gekrakeel ; het gekijf ; gekif (znw.) ; het gekibbel ; het geharrewar ; het gehakketak ; het gebakkelei ; de drukte (v) |
Bronnen: Trueterm; Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `riña`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: agarradaES: altercadoES: broncaES: camorraES: combateES: contiendaES: desavenenciaES: disputaES: grescaES: lid