Vertaal
Naar andere talen: • jabón > DEjabón > ENjabón > FR
Vertalingen jabón ES>NL

el jabón

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [xaon]

1) producto que sirve para lavar con agua - zeep
jabón en polvo - zeeppoeder

2) sensación de miedo súbita - schrik
Qué jabón que nos llevamos en esa curva de la carretera. - Wat zijn we geschrokken bij die bocht op de snelweg.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el jabón (m) basiszeep (znw.) ; de huishoudzeep ; de zeep (v)
jabón zeep
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `jabón`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: detergente
ES: espuma de baño
ES: jabón de afeitar
ES: jabón de baño
ES: pastilla de jabón