burro - Vertaling Spaans-Nederlands

Naar andere talen: • burro > DE • burro > EN • burro > FR

Vertalingen burro ES>NL

el burro

zelfst.naamw.

Uitspraak:

['buro]

1) animal cuadrúpedo de orejas largas y pelaje gris ^dierkunde - ezel

El burro es una bestia de carga. - De ezel is een lastdier.

2) persona violenta o ignorante - stomkop

No te hagas el burro y estudia. - Haal geen stommiteiten uit en studeer.

3) juego de naipes en que se golpea la mano del perdedor ^games - kaartspel

jugar al burro - pesten
bajar/ caer/ apearse del burro (=comprender algo después de haber defendido lo contrario) - eindelijk toegeven Al fin te has caído del burro y has visto que yo tenía razón. - Eindelijk heb je toegegeven en zie je nu wel dat ik gelijk had.
burro de carga (=persona sufrida o exigida en su trabajo) - werkezel Esa mujer es un burro de carga. - Die vrouw is een werkezel.
no ver tres en un burro (=no ver bien, tener problemas de visión) - stekeblind zijn Pasé por al lado, pero no me saludó porque no ve tres en un burro. - Ik ben er langs gelopen, maar hij heeft me niet begroet omdat hij stekeblind is.
trabajar como un burro (=trabajar mucho, de forma intensa y continuada) - werken als een paard Estoy muy cansado porque mi jefe nos hizo trabajar como burros. - Ik ben heel moe want mijn baas heeft ons als een paard laten werken.

Overige bronnen

burro (znw.)	de langoor (m) ; het sufferdje
el burro (m)	de ezel (m)
el burro	de Middellandse-Zeeknorvis (m)
burro	achterlijk ; mesjogge ; stupide ; zwakzinnig ; Middellandse-Zeeknorvis ; Middellandsezee-knorvis

Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `burro`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

ES: asno
ES: atrasado
ES: bebido
ES: besugo
ES: bobalicón
ES: bobo
ES: borrego
ES: borrico
ES: botarate
ES: burra