Vertalingen trasegar ES>DE
trasegar (ww.) | ausschenken (ww.) ; einschenken (ww.) ; gießen (ww.) ; hineingießen (ww.) ; umfüllen (ww.) ; umgießen (ww.) ; umschütten (ww.) ; übergießen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `trasegar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: trasvasar