Vertalingen count EN>NL
to count | van kracht zijn (ww.) ; aftellen (ww.) ; aftelling (ww.) ; aftelling voor lancering (ww.) ; geld afpassen (ww.) ; gelden (ww.) ; meetellen (ww.) ; optelling (ww.) ; passen (ww.) ; samentelling (ww.) ; som (ww.) ; tellen (ww.) |
the count | de telling (v) ; de tel (m) ; de graaf ; het aantal |
count | waard zijn ; (mee)tellen ; uitrekenen ; tik ; telsignaal ; telpuls ; telling ; tellen van de vellen ; rekenen ; neertellen ; in aanmerking komen ; impuls ; feit uit de telastelegging ; calculeren ; berekening ; berekenen ; aantal impulsen |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; MWB; KDE opensourcesoftware; Download IATE, European Union, 2017.; Vlietstra
Voorbeeldzinnen met `count`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: calculateEN: computeEN: count downEN: enumerateEN: measureEN: put a figure onEN: reckonEN: tellUitdrukkingen en gezegdes
EN: count sheep
NL: tellen om in slaap te komenEN: count for
NL: meetellen alsEN: count in
NL: meerekenenEN: count on
NL: rekenen opEN: count out
NL: uittellen NL: aftellenEN: Counts
NL: de (afdeling) boekhouding NL: punt van aanklacht NL: graafEN: he had lost all
count of time
NL: hij had geen idee (meer) hoe laat het wasEN: out of
count
NL: ontelbaar