the working	de werking (v) ; het werken ; het slagen ; de karwei ; de job (m) ; het functioneren
working	arbeidzaam ; werkzaam ; werkend ; lukken ; gelukken ; druk ; bezig ; bedrijvig ; arbeidend ; actief ; bedrijf in de zin van werking ; winning ; werkende ; verwerking ; vervorming ; ontginning ; kneden ; houtbewerking ; het werken van hout ; doorroeren ; bewerking

Bronnen: interglot; Autowoordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; MWB; Vlietstra




EN: compatible
EN: engaged
EN: exploitable
EN: functional
EN: in a job
EN: in employment
EN: in use
EN: in work
EN: in working condition
EN: method

EN: working knowledge NL: elementaire kennis
EN: working majority NL: regeerkrachtige meerderheid
EN: working conditions NL: arbeidsvoorwaarden NL: toestand, omstandigheden waaronder gewerkt wordt
EN: workings NL: terrein, gedeelte onder exploitatie
EN: workings of the heart NL: wat er in het hart omgaat
EN: working-account NL: exploitatierekening
EN: working-capital NL: werkkapitaal
EN: working-classes NL: (de) arbeiders(klassen)
EN: working-day NL: werkdag NL: working-man=workingman 1
EN: working-stock NL: bedrijfsmateriaal NL: werkvoorraad