1 one of the arm-like limbs of a bird or bat, which it usually uses in flying, or one of the similar limbs of an insect: “The eagle spread his wings and flew away”
vleugel

2 a similar structure jutting out from the side of an aeroplane: “the wings of a jet.”
vleugel

3 a section built out to the side of a (usually large) house: “the west wing of the hospital.”
vleugel

4 any of the corner sections of a motor vehicle: “The rear left wing of the car was damaged.”
spatbord

5 a section of a political party or of politics in general: “the Left/Right wing.”
vleugel

6 one side of a football etc field: “He made a great run down the left wing.”
vleugel

7 in rugby and hockey, a player who plays mainly down one side of the field.
vleugel

8 in the air force, a group of three squadrons of aircraft.
eenheid

winged (Bijvoeglijk naamwoord)

having wings: “a winged creature.”
gevleugeld

-winged

: “a four-winged insect.”
-vleugelig

'winger (Zelfstandig naamwoord)

in football etc, a player who plays mainly down one side of the field.
vleugel

'wingless (Bijvoeglijk naamwoord)

vleugelloos

wings (noun plural)

the sides of a theatre stage: “She waited in the wings.”
coulissen

wing commander

in the air force, the rank above squadron leader.
commandant

'wingspan (Zelfstandig naamwoord)

the distance from the tip of one wing to the tip of the other when outstretched (of birds, aeroplanes etc).
vleugelspanning, spanwijdte

on the wing

flying, especially away: “The wild geese are on the wing.”
in de vlucht

take under one's wing

to take (someone) under one's protection.
onder zijn hoede nemen
© K Dictionaries Ltd.

the wing	het aanschieten ; de zijkant (m) ; zijde van een schip (znw.) ; de zijde ; de wiek (v) ; vleugel van een gebouw (znw.) ; de vleugel (m) ; de vlerk (m) ; de vleder (m) ; de flank
wing	aanslag ; zwing ; wielkast ; vleugel ; uitbouw ; trawlvleugel ; spatscherm ; spatbord ; oor ; draagvleugel

Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Land Rover; Vlietstra; Autowoordenboek




EN: wing of a building

Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `wagon (on a train)` In US-Engels gebruikt men `car`

EN: wings NL: ook: coulissen
EN: his wings are sprouting NL: hij is te goed voor deze wereld
EN: clip the wings of NL: kortwieken, kort houden
EN: lend wings to NL: vleugels geven
EN: on the wing NL: in de vlucht NL: op het punt te vertrekken NL: op weg, onderweg
EN: take wing NL: wegvliegen NL: vertrekken
EN: under the wing of NL: onder (de) bescherming van
EN: wing one's way NL: vliegen