Vertalingen wander EN>NL
1 to go, move, walk etc (about, in or on) from place to place with no definite destination in mind: “I'd like to spend a holiday wandering through France”dwalen2 to go astray or move away from the proper place or home: “His mind wanders”dwalenan act of wandering: “He's gone for a wander round the shops.”wandeling'wanderer (Zelfstandig naamwoord)zwerver'wanderlust (Zelfstandig naamwoord)the wish to travel: “He's always travelling †“ his wanderlust will never be satisfied.”reislust© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to wander | dwalen (ww.) ; zwerven (ww.) ; zwalken (ww.) ; verlopen (ww.) ; struinen (ww.) ; rondzwerven (ww.) ; rondtrekken (ww.) ; rondsnuffelen (ww.) ; rondscharrelen (ww.) ; rondneuzen (ww.) ; rondkijken (ww.) ; om zich heen kijken (ww.) ; aan de zwerf zijn (ww.) |
wander | afwijken ; zweving ; waren ; verloop ; trekken ; rondreizen ; ronddwalen ; ronddolen ; onrust ; langzame fluctuatie ; dolen |
Bronnen: interglot; Vlietstra; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `wander`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: ambleEN: journeyEN: knock aroundEN: meanderEN: rambleEN: rangeEN: roamEN: roveEN: saunterEN: strayUitdrukkingen en gezegdes
EN: wander about
NL: rondzwerven NL: de ronde doen (gerucht)EN: wander in one's mind
NL: ijlen