Vertalingen unit EN>NL
1 a single thing, individual etc within a group: “The building is divided into twelve different apartments or living units.”eenheid2 an amount or quantity that is used as a standard in a system of measuring or coinage: “The dollar is the standard unit of currency in America.”eenheid3 the smallest whole number, 1, or any number between 1 and 9: “In the number 23, 2 is a ten, and 3 is a unit.”eenheid, grondgetal© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
the unit | de uniformiteit (v) ; het toestel ; de tijdseenheid (v) ; de gelijkvormigheid (v) ; de eenvormigheid (v) ; de eenheid (v) |
unit | participatiebewijs ; unit credit ; unit ; studiepunt ; simpel ; recht van deelneming ; administratieve eenheid ; orgaan ; object ; groep in de zin van set ; geheel ; exemplaar ; eenheid ; blusploeg ; bluseenheid ; bewijs van deelgerechtigdheid ; beleggingscertificaat ; aggregaat |
Bronnen: interglot; Vlietstra; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages; Autowoordenboek; MWB
Voorbeeldzinnen met `unit`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: componentEN: elementEN: partEN: sectionEN: unity