Vertalingen undress EN>NL
1 to take the clothes off (a person): “She undressed the child”uitkleden2 to undress oneself: “I undressed and went to bed.”zich uitkleden© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to undress | ontkleden (ww.) ; strippen (ww.) ; uitdoen (ww.) ; uitkleden (ww.) ; uittrekken (ww.) ; van kleding ontdoen (ww.) |
the undress | de duster |
undress | negligé ; ochtendjas ; peignoir ; zich ontkleden ; zich uitkleden |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `undress`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: strip