Vertalingen tread EN>NL
1 to place one's feet on: “He threw his cigarette on the ground and trod on it.”trappen2 to walk on, along, over etc: “He trod the streets looking for a job.”gaan langs3 to crush by putting one's feet on: “We watched them treading the grapes.”persen1 a way of walking or putting one's feet: “I heard his heavy tread.”tred2 the grooved and patterned surface of a tyre: “The tread has been worn away.”loopvlak3 the horizontal part of a step or stair on which the foot is placed.tredetread waterto keep oneself afloat in an upright position by moving the legs (and arms).watertrappen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to tread | treden (ww.) ; betreden (ww.) |
the tread | de tred (m) ; het loopvlak |
tread | stappen ; treden ; trede ; traptrede ; trappen op ; te voet oversteken ; aanstampen ; schrijden ; profiel ; opgaan ; lopen ; loopvlak van autoband ; loopvlak ; lasvlak van de rol ; bestijgen ; begaan |
Bronnen: Wakefield genealogy pages; Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek
Voorbeeldzinnen met `tread`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: gaitUitdrukkingen en gezegdes
EN: he
treads the stage
NL: hij is toneelspelerEN: tread lightly
NL: omzichtig iets behandelenEN: tread water
NL: watertrappenEN: tread down
NL: vertrappenEN: tread in a person's steps
NL: iemand navolgenEN: tread on eggs
NL: voorzichtig te werk gaanEN: tread on air
NL: verrukt zijnEN: tread out
NL: uittrappen (vuur) NL: dempen (opstand)EN: tread out a path
NL: pad makenEN: tread over
NL: scheef lopen (schoenen)EN: tread under foot
NL: met voeten treden