Vertalingen trap EN>NL
1 a device for catching animals: “He set a trap to catch the bear”val2 a plan or trick for taking a person by surprise: “She led him into a trap”valto catch in a trap or by a trick: “He lives by trapping animals and selling their fur”vangen'trapper (Zelfstandig naamwoord)a person who traps animals and sells their fur.vallenzetter'trap-door (Zelfstandig naamwoord)a small door, or opening, in a floor or ceiling: “A trap-door in the ceiling led to the attic.”valdeur© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to trap | snuit (ww.) ; karretje (ww.) ; klauwen (ww.) ; pakken (ww.) ; ponum (ww.) ; porum (ww.) ; smoel (ww.) ; smoelwerk (ww.) ; snoet (ww.) ; hinderlaag (ww.) ; tronie (ww.) ; val (ww.) ; valkuil (ww.) ; valstrik (ww.) ; vangen (ww.) ; vatten (ww.) ; verstrikken (ww.) ; wagentje (ww.) ; grijpen (ww.) ; bakkes (ww.) ; afvangen (ww.) |
trap | afscheider in vloeistofsysteem ; afscheider ; condensafleider ; invangplaats ; niet-geprogrammeerde sprong ; overlappen ; sifon ; slag ; stankafsluiter ; strik ; trap ; val ; vang ; vangbak ; waterslot |
Bronnen: interglot; KDE opensourcesoftware; Autowoordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; MWB; Wakefield genealogy pages; TU-Delft-Hydraulic-Engineering-Glossary
Voorbeeldzinnen met `trap`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: fit-upEN: nooseEN: set-upEN: snareEN: stingUitdrukkingen en gezegdes
EN: she understands
trap
NL: met haar ga je niet lopen