Vertaal
Naar andere talen: • trail > DEtrail > EStrail > FR
Vertalingen trail EN>NL

1 to drag, or be dragged, along loosely: “Garments were trailing from the suitcase.”
slepen

2 to walk slowly and usually wearily: “He trailed down the road.”
strompelen

3 to follow the track of: “The herd of reindeer was being trailed by a pack of wolves.”
volgen

1 a track (of an animal): “The trail was easy for the hunters to follow.”
spoor

2 a path through a forest or other wild area: “a mountain trail.”
pad

3 a line, or series of marks, left by something as it passes: “There was a trail of blood across the floor.”
spoor

'trailer (Zelfstandig naamwoord)

1 a vehicle pulled behind a motor car: “We carry our luggage in a trailer.”
trailer

2 (American) a caravan.
caravan

3 a short film advertising a complete film.
trailer
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to trail slepen (ww.)
the trailde baan (m) ; het pad ; de sliert (m) ; slingervormig ding (znw.) ; het spoor
trail weg ; gierkabel ; gierketting ; karrespoor ; loshangen van kabel ; wagenspoor
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek


Voorbeeldzinnen met `trail`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: alleyway
EN: cloud
EN: column
EN: conduit
EN: corridor
EN: curl
EN: footprint
EN: footstep
EN: hoofmarks
EN: imprints

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: vapour trail NL: condensatiestreep van vliegtuig
EN: on, off the trail NL: op het spoor, het spoor bijster
EN: trail along NL: (z.) voortslepen
EN: trail away (off) NL: wegsterven (van geluid) NL: afdruipen