1 towards; in the direction of: “I cycled to the station”
naar

2 as far as: “His story is a lie from beginning to end.”
tot

3 until: “Did you stay to the end of the concert?”
tot

4 sometimes used to introduce the indirect object of a verb: “He sent it to us”
naar, tegen

5 used in expressing various relations: “Listen to me!”
naar, op, van

6 into a particular state or condition: “She tore the letter to pieces.”
in

7 used in expressing comparison or proportion: “He's junior to me”
dan, tegen

8 showing the purpose or result of an action etc: “He came quickly to my assistance”
tot

9 tÉ™ used before an infinitive eg after various verbs and adjectives, or in other constructions: “I want to go!”
om te

10 used instead of a complete infinitive: “He asked her to stay but she didn't want to.”
het

1 into a closed or almost closed position: “He pulled/pushed the door to.”
dicht

2 used in phrasal verbs and compounds: “He came to (= regained consciousness).”
bij, aan

to and fro

backwards and forwards: “they ran to and fro in the street.”
heen en weer
© K Dictionaries Ltd.

to	erbij ; totdat ; tot bij ; tot aan ; tot ; toe ; ten strijde ; ten ; naar toe ; naar ; ertoe ; erop ; ernaar ; ergens naartoe ; bij ; aan
TO (Afkorting)	treiler ; TO (Afkorting) ; telecommunicatieorganisatie ; giftig, oxiderend
to	om ; voor ; vertragen ; tegenhouden ; tegen ; te ; per ; om te

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; MWB




EN: as far as

EN: the room looks to the south NL: de kamer ziet uit op het zuiden
EN: to arms! NL: te wapen!
EN: I told him to his face NL: ik heb 'm ronduit gezegd dat
EN: your letter came to hand NL: ik heb uw brief ontvangen
EN: he was appointed to the post NL: hij werd benoemd voor de betrekking
EN: it fits you to a T NL: 't zit je gegoten
EN: he is equal to the occasion NL: hij kan het wel aan
EN: it's drawn to scale NL: 't is op schaal getekend
EN: she sang to the piano NL: ze zong begeleid op de piano
EN: that's nothing to him NL: dat interesseert hem niets
EN: here's to you! NL: op je gezondheid!
EN: hold it to the light NL: houd het tegen het licht
EN: ten to one NL: 10 tegen 1 NL: tien (min.) vóór een
EN: shall we talk to that later on? NL: zullen we daar later eens over praten?
EN: they had the room to themselves NL: ze hadden de kamer voor z. alleen
EN: still one week to the end NL: nog één week vóór we aan het einde zijn
EN: there's nothing to him NL: er zit niet veel bij
EN: there's nothing to it NL: er steekt geen kwaad in NL: er is niets van waar