Vertalingen things EN>NL
the things | de bezittingen ; het dingen ; de eigendommen ; het goedje ; de kleren ; het spul ; de spullen ; de zaakjes ; de zaken |
things | goed ; waar |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `things`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: possesions