(the feeling caused by) something sudden or unexpected: “His statement caused some surprise”
verrassing

1 to cause to feel surprise: “The news surprised me.”
verrassen

2 to lead, by means of surprise, into doing something: “Her sudden question surprised him into betraying himself.”
onverhoeds ertoe brengen

3 to find, come upon, or attack, without warning: “They surprised the enemy from the rear.”
verrassen

sur'prised (Bijvoeglijk naamwoord)

showing or feeling surprise: “his surprised face”
verbaasd

sur'prising (Bijvoeglijk naamwoord)

likely to cause surprise: “surprising news”
verrassend

sur'prisingly (Bijwoord)

: “Surprisingly, he did win.”
verbazend genoeg

take by surprise

1 to catch unawares: “The news took me by surprise.”
overrompelen

2 to capture (a fort etc) by a sudden, unexpected attack.
overrompelen
© K Dictionaries Ltd.

to surprise	overrompeling (ww.) ; verwondering (ww.) ; verwonderen (ww.) ; verrassing (ww.) ; verrassen (ww.) ; verbijsteren (ww.) ; verbazen (ww.) ; surprise (ww.) ; overvallen (ww.) ; overrompelen (ww.) ; iets onverwachts doen (ww.) ; bevreemding (ww.) ; bevreemden (ww.)
the surprise	de verbazing ; de verbaasdheid (v)
surprise	betrappen ; verras ; snappen

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; MWB




EN: alarm
EN: amaze
EN: amazement
EN: astonish
EN: astound
EN: bewilderment
EN: daze
EN: disquiet
EN: disturb
EN: dumbfound

EN: be surprised at NL: z. verwonderen (verbazen) over
EN: I should not be surprised if NL: het zou me niet verwonderen als
EN: I'm surprised at you NL: ik sta van je te kijken (als verwijt)
EN: surprise a person into NL: iemand onverhoeds brengen tot
EN: to my surprise NL: tot mijn verwondering
EN: take by surprise NL: overrompelen NL: bij verrassing (in)nemen
EN: surprise visit NL: onverwacht bezoek