Vertaal
Naar andere talen: • stretch > DEstretch > ESstretch > FR
Vertalingen stretch EN>NL

1 to make or become longer or wider especially by pulling or by being pulled: “She stretched the piece of elastic to its fullest extent”
uitrekken, uitstrekken

2 (of land etc) to extend: “The plain stretched ahead of them for miles.”
zich uitstrekken

1 an act of stretching or state of being stretched: “He got out of bed and had a good stretch.”
het zich uitrekken

2 a continuous extent, of eg a type of country, or of time: “a pretty stretch of country”
stuk

'stretcher (Zelfstandig naamwoord)

a light folding bed with handles for carrying the sick or wounded: “The injured man was carried to the ambulance on a stretcher.”
brancard

'stretchy (Bijvoeglijk naamwoord)

(of materials etc) able to stretch: “a stretchy bathing-costume.”
elastisch

at a stretch

continuously: “He can't work for more than three hours at a stretch.”
achtereen

be at full stretch

to be using all one's powers, energy etc to the limit in doing something.
alle krachten inspannen

stretch one's legs

to go for a walk for the sake of exercise: “I need to stretch my legs.”
de benen strekken

stretch out

in moving the body, to straighten or extend: “She stretched out a hand for the child to hold”
zich uitstrekken
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to stretch uitstrekken (ww.) ; uitrekken (ww.) ; strekken (ww.) ; strak maken (ww.) ; spannen (ww.) ; rekken (ww.) ; opspannen (ww.) ; oprekken (ww.)
the stretchde baan (m) ; het wegvak
stretch weg ; bespannen ; rek ; verlenging door middel van uitrekking ; verlengen door middel van uitrekking ; strekken ; strek ; spannen in de zin van rekken ; rekken door middel van doorbuiging ; rekbaarheid
Bronnen: Vlietstra; interglot; Autowoordenboek; A.M.T.S.; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `stretch`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: round

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: stretch o.s. NL: zich uitrekken
EN: stretch a person on the floor NL: iemand vloeren
EN: stretch the law (truth) NL: de wet (waarheid) geweld aandoen
EN: stretch down to NL: z. uitstrekken, lopen tot
EN: stretch forth NL: uitsteken
EN: stretch out NL: ook: aanstappen
EN: at a stretch NL: aan één stuk
EN: at full stretch NL: helemaal gestrekt NL: tot het uiterste gespannen
EN: by a stretch of language NL: door de taal geweld aan te doen
EN: give a stretch NL: