Vertalingen snarl EN>NL
(of a dog etc) to growl angrily, showing the teeth: “The dog snarled at the burglar.”grommenan angry sound of this kind.gegrom© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to snarl | afbekken (ww.) ; afblaffen (ww.) ; afsnauwen (ww.) ; grauw (ww.) ; grauwen (ww.) ; grommen (ww.) ; knorren (ww.) ; knorrend geluid maken (ww.) ; snauwen (ww.) ; toesnauwen (ww.) |
the snarl | de grom (m) ; de snauw (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `snarl`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: barkEN: howlEN: roarEN: rumbleEN: snapUitdrukkingen en gezegdes
EN: in a
snarl
NL: in de war