Vertalingen simplify EN>NL
to simplify | bemakkelijken (ww.) ; disloqueren (ww.) ; herleiden (ww.) ; roeren (ww.) ; simplificeren (ww.) ; terugvoeren (ww.) ; vereenvoudigen (ww.) ; vergemakkelijken (ww.) ; verleggen (ww.) ; verplaatsen (ww.) ; verschikken (ww.) ; verschuiven (ww.) ; versimpelen (ww.) ; versoberen (ww.) ; vervoeren (ww.) ; verzetten (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `simplify`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: generalizeEN: oversimplifyEN: take a broad view