1 the part of the body between the neck and the upper arm: “He was carrying the child on his shoulders.”
schouder

2 anything that resembles a shoulder: “the shoulder of the hill.”
helling

3 the part of a garment that covers the shoulder: “the shoulder of a coat.”
schouder

4 the upper part of the foreleg of an animal.
schouder

1 to lift on to the shoulder: “He shouldered his pack and set off on his walk.”
op zijn schouders nemen

2 to bear the full weight of: “He must shoulder his responsibilities.”
op zich nemen

3 to make (one's way) by pushing with the shoulder: “He shouldered his way through the crowd.”
dringen

'shoulder-blade (Zelfstandig naamwoord)

the broad flat bone of the back of the shoulder.
schouderblad

put one's shoulder to the wheel

to begin to work very hard.
zijn schouders eronder zetten

shoulder to shoulder

close together; side by side: “We'll fight shoulder to shoulder.”
schouder aan schouder
© K Dictionaries Ltd.

the shoulder	de vluchtstrook ; de schouder (m) ; de schoft (m) ; de pechstrook
shoulder	steunlichaam ; zijkant van een band ; zijkant van autoband ; wegberm ; voorstuk ; tap ; berm ; schoudermuis ; schouder van autoband ; schouder ; hals ; buitenberm ; borst van bout ; borst ; boeg

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Haynes Technisch Woordenboek; Autowoordenboek; SWOV onderzoek veiliger verkeer; Wakefield genealogy pages




EN: hard shoulder

Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `toilet / loo / wc / visiting the little boys (little girl's room).` In US-Engels gebruikt men `bathroom / restroom`

EN: hard shoulder NL: vluchtstrook, verharde berm
EN: straight from the shoulder NL: regelrecht, op de man af, ronduit in het gezicht, recht voor z'n raap
EN: have broad shoulders NL: 'n brede rug hebben
EN: put (set) one's shoulders to the wheel NL: zijn schouders eronder zetten, (flink) aanpakken
EN: drag it in by the head and shoulders NL: het er met de haren bijslepen
EN: shoulder arms NL: schouder het geweer (loop schuin omhoog tegen schouder, kolfplaat in de handpalm)