Vertalingen shoe EN>NL
1 an outer covering for the foot: “a new pair of shoes.”schoen2 (also'horseshoe) a curved piece of iron nailed to the hoof of a horse.hoefijzerto put a shoe or shoes on (a horse etc).beslaan, schoeienshod (Bijvoeglijk naamwoord)with a shoe or shoes on.beslagen, geschoeid'shoelace (Zelfstandig naamwoord)a kind of string or cord for fastening a shoe.schoenveter'shoemaker (Zelfstandig naamwoord)a person who makes, repairs, or sells shoes.schoenmakeron a shoestringwith or using very little money: “He has to live on a shoestring.”met erg weinig geld© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
the shoe | de schoen (m) |
shoe | beslaan ; draagkabelschoen ; leislof ; onderlegplaat ; opwarmoven voor blaaspijpen ; rupskettingschakel ; schoen van een houten paal ; sleepschoen ; slijtschoen ; slof |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; Vlietstra; TU-Delft-Hydraulic-Engineering-Glossary; Autowoordenboek
Voorbeeldzinnen met `shoe`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
EN: die in one's
shoes
NL: een gewelddadige dood sterven (bv. aan de galg)EN: where the
shoe pinches
NL: waar de schoen wringtEN: that's another pair of
shoes
NL: dat is een andere zaakEN: wait for dead men's
shoes
NL: op iem's dood wachten